Lippen: je cupidoboog verdwijnt na je 50e!
09-05-2019Lippen zijn een aandachttrekker. En het is de cupidoboog die lippen sexy en aantrekkelijk maakt. Helaas verdwijnt dit sexy boogje bij vrouwen vanaf 50 jaar. Lippen verliezen volume, de curve verdwijnt. Het gaat bij 50+ lippen dus vooral om de bovenlip.
Lippen boven de 50: de cupidoboog
Volumeverlies in bovenlip 50+
De cupidoboog is de mooie curve op je bovenlip, direct onder het neusgootje. Dit boogje is belangrijk! Omdat het mooie sexy lippen definieert. Jammer dat dit boogje verdwijnt bij vrouwen boven de 50 jaar. Om de cupidoboog te herstellen is slechts een kleine behandeling nodig. Een behandeling waarbij het echt niet nodig is om de lippen op te spuiten. Er hoeft alleen maar volume in het boogje zelf gespoten te worden. Dus is vrees voor onnatuurlijk uitziende lippen ongegrond.
Een nieuwe studie toont wat er gebeurt met de lippen van rijpere vrouwen. Lange tijd is er debat over geweest. Worden lippen vlakker? Gaan ze zakken? Nee. Wat er wel gebeurt is volumeverlies in de bovenlip.
Veroudering rond de mond
Wat gebeurt er?
Volgens de studieresultaten gebeuren er meerdere dingen tegelijk. Als de huid rond de mond veroudert is er een combinatie van langer worden (neusgootje), dunner worden en volumeverlies. Handig om te weten. Dit betekent dat er maar een zeer kleine ingreep nodig is om de lippen weer naar jeugdige staat te herstellen.
Via MRI scans van de gezichten van 200 volwassenen (100 mannen en 100 vrouwen) werd de bovenlip van iedere deelnemer geanalyseerd. Op de scans waren de leeftijd gerelateerde veranderingen natuurlijk duidelijk te zien. Deze veranderingen betroffen de anatomie van de bovenlip.
De bovenlip
- Was langer geworden: bij vrouwen was dit 19%, en bij mannen 18% in vergelijking met een jongere groep.
- Was minder dik door volumeverlies; bij vrouwen 41%. Bij mannen was dit volumeverlies iets minder, namelijk 33%. Het meeste verlies was bij de alar nasolabial fold. Dit is de bovenkant van de lijntjes die van de neus naar de mondhoeken lopen.
Kortom: er zakt niks. Het is een kwestie van het langer en dunner worden van de bovenlip. Dit is een duidelijk kenmerk van veroudering van de bovenlip. Door dit volumeverlies verdiepen de nasolabiale vouwen ook. Eveneens een prominent kenmerk van het ouder wordende gezicht.
“De mond en het periorale gebied spelen beide een primaire rol bij de emotionele expressie en aantrekkelijkheid van een gezicht. Helaas worden de mechanismen achter centro-faciale veroudering nog niet goed begrepen. Dit blijkt uit het debat: zakken versus deflatie.”
Studie auteur
Maar dankzij de MRI scans en de vergelijking tussen jonge en oudere volwassenen, gaf de nieuwe studie dus helderheid.
Duidelijk was dat er drie dingen gebeuren met de oudere bovenlip: die wordt langer, dunner en verliest volume. De oplossing is zeer eenvoudig en uiterst non-invasief.
Wat maakt een model, een model?
Dat is de cupidoboog!
Toen lippen van modellen en niet-modellen met elkaar werden vergeleken in onderzoek bleek er een verschil te zijn. Dit verschil was erg duidelijk. De modellen hadden allemaal een uitgesproken cupidoboog. Veel uitgesprokener dan bij de lippen van de niet-modellen het geval was.
- De lippen van de modellen
- verschilden niet in breedte van die uit de controlegroep
- waren een stuk groter, zowel de onder- als de bovenlip
- hadden een goed gevormde cupidoboog
Hieruit trokken de onderzoekers de conclusie, dat de lippen van modellen esthetisch gezien mooier zijn.
Zó krijg je de cupidoboog weer terug
Wil je ook de cupidoboog weer terug, wees dan niet bang voor overdreven opgespoten lippen. Want je kunt ervoor kiezen om uitsluitend de cupidoboog behandeld te hebben. Hiervoor hebben we meerdere mogelijkheden.
Bron/Studie:
Ramaut, Lisa et al. Aging of the Upper Lip Part I A Retrospective Analysis of Metric Changes in Soft Tissue on Magnetic Resonance Imaging. Plastic and Reconstructive Surgery, 2019 DOI: 10.1097/PRS.0000000000005190
Overige
Angle Orthod. 2004 Apr;74(2):162-6. The esthetic properties of lips: a comparison of models and nonmodels. DOI: 10.1043/0003-3219(2004)074<0162:TEPOLA>2.0.CO;2